Alsmaar over papa praten
Toen ik erg jong was vond ik het moeilijk als mensen plots/opeens over mijn vader begonnen te praten. De meeste mensen vroegen mij ook niet of ik hier voor open stond, of ik wilde praten over hetgeen wat ik misschien die week nog geen plekje gegeven had. Dan bedoel ik in dit geval niet mijn ooms en tantes, die dichtbij ons stonden of de moeder van mijn beste vriendinnetje maar mensen die ik helemaal niet goed kende.
Ik ben de dochter van de overleden schrijver Karel Glastra van Loon. Er zijn een hoop Nederlanders die een van zijn boeken in de kast hebben staan. Hierdoor komen er al jarenlang vaak mensen naar mij toe, die ik niet ken, om met mij over mijn vader te praten.
Maar ook als je overleden vader, moeder, broertje of zusje niet bekend is, zijn er altijd mensen op verjaardagen, is er de bakker om de hoek of de oppas van de buurkinderen, die graag het onderwerp aansnijdt.
Iedereen wilde weten waar mijn papa aan overleden was, hoe oud ik was en of ik daar dan nog vaak om huilde. Als mensen mijn vader, de schrijver, kenden van zijn boeken lieten ze mij dat maar al te graag weten. Als mensen hem dan ook nog eens ooit hadden gesproken, dan wilden ze daar al helemaal graag over uitwijden. Even vertellen hoe goed zij weten wat voor een geweldig mens hij was.
Hen leek het dan leuk om dat met mij te delen, ik wilde bot gezegd gewoon dat ze hun mond zouden houden.
Ik was nog jong dus met volwassenen praten was sowieso niet mijn favoriete bezigheid. Deze mensen die ik niet kende kwamen mij dan vertellen hoe goed ze mijn vader kenden en hoe leuk hij was, terwijl ik mijn best moest doen om de weinige herinneringen die ik van hem had niet te vergeten. Gesprekken waarin ik praatte met Marjolein, of Wieske en zij met dat meisje met die overleden vader die dat mooie boek had geschreven. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af of mensen mij graag een goed gevoel wilden geven door met mij te praten over hoe leuk mijn vader was, of dat ze het gewoon zelf heel vet vonden dat ze hem hadden “gekend’’. (Ik ben ook heel benieuwd of mijn vader hen ook nog zou herkennen, maar dat terzijde.) Ik vond het helemaal niet vet, dat zij mijn vader beter kenden dan ik, nu/nu weet ik echter/gelukkig wel dat dat niet zo is, dat ze hem niet beter kenden dan ik. Deze mensen deden louter/alleen interessant, of iets dergelijks/ ofzo.
Rouw is een ontzettend interessant onderwerp. Een kind dat rouwt daarom een interessante case-study. Kinderen die rouwen, doen echter ook nog andere dingen. Ze zijn ook nog individuen, los van degene die overleden is. Deze kinderen spelen ook, raken ook hun knuffels kwijt en moeten daar dan later om huilen, zij maken óók ruzie met hun vriendjes om snoep of knikkers.
Laat je nieuwsgierigheid niet de overhand nemen. Ik snap heel goed dat mensen graag willen weten wat er in het hoofd van “zo’n” kind omgaat. Maar als jij niet dichtbij genoeg staat om het kind te helpen, om een positieve invloed op het kind te hebben, is het misschien beter om even af te wachten, om wat terughoudender te zijn. Wacht totdat het kind zelf over diegene of het verdriet begint, of niet.
Praat erover omdat het onderwerp niet onbesproken moet blijven. Niet omdat je wordt gedreven door je eigen nieuwsgierigheid. Praat erover alsof het een alledaags tafereel is, want dat is het. Praat er niet over alsof het zó ontzettend bijzonder is. Daar zit een kind echt niet op te wachten. Zielig zijn daar werd ik altijd heel verdrietig van, bijzonder zijn ook. De overledene de hemel in prijzen (grappige uitdrukking in deze context) steeds maar benoemen dat dit mens zó bijzonder was, hoeft ook helemaal niet. Ik mis mijn vader, een bijzonder mens - met kwaliteiten en gebreken.
Nu, zoveel jaar verder, als 19 jarige, vind ik het erg leuk om te horen dat mensen een boek van mijn vader in de kast hebben staan. Ik ben oud genoeg om te begrijpen dat niet iedereen die vertelt hoe geweldig mijn vader was, hem daadwerkelijk heeft gekend. Ik weet nu dat ik hem beter ken dan zij. Zelfs als dat niet zo is, dan weet ik nu dat dat niet eens belangrijk is. Mijn vader kent mij veel beter dan hen. Voor hem was ik veel belangrijker.
Nu schep ik gerust over hem op, ja vet he, al die boeken.
Comments
Post a Comment