De vergeten Balinezen
Gister zat ik jankend aan de eettafel omdat corona de hele wereld op zijn kop zet. Ik ga het niet hebben over het feit dat half Nederland thuis zit en dat de zorg onder druk staat en dat we elkaar al maanden lang geen hand meer kunnen geven of dat de handalcohol zo stinkt. Ik wil het graag hebben over de vergetenen, zij die altijd al vergeten lijken te zijn geweest. Alsof ze enkel bestaan op papier, te ver weg om te helpen, te onbelangrijk om over na te denken.
Toen ik met mijn westerse portemonnee op Bali zat, trokken de toeristen langzaam terug naar hun veilige havens, vrienden, familie, thuis. De Balinezen liepen de weinige toeristen die er nog waren tot op de hoek van de straat achterna, “Corona, corona, please buy.” Terwijl ik baalde van het feit dat mijn tripje naar de andere kant van de wereld eerder dan gepland ten einde zou lopen, bereidden de eilanders zich voor op een economische malaise.
En niet alleen de Balinezen, ook de Thaise bevolking, de Vietnamezen en ga zo maar door. Terwijl wij jarenlang profiteerden van hun door ons veroorzaakte armoede - goedkope strandvakanties en betaalbare, luxe resorts - laten we ze stikken in hun Balinese hitte wanneer de corona uitbreekt.
Een hele hoop Nederlanders en andere mensen uit het rijke Westen, genieten van landen als Thailand, Indonesië en Cambodja als mooie reisbestemmingen. Ik ben een van die mensen. Iemand die met weinig geld afreisde naar Bali om daar vervolgens op kleding af te dingen bij de lokale arme bevolking, omdat mijn grote dromen niet in een kleinere portemonnee pasten. Pas toen de pandemie het land de afgrond in leek te leiden, werd ik geconfronteerd met mijn eigen hypocrisie en brandde de ijzige realiteit een gat in mijn hand.
Ik wil absoluut de indruk niet wekken dat ik dit opschrijf om mensen terecht te wijzen, ik ben niet degene die het recht heeft om dat te doen. Maar laten we deze mensen niet vergeten, hen die we zo graag hun werk zien verrichten wanneer wij er zelf iets uit halen. Ik wijs nu wel mijzelf terecht. En ik wil iets rechtzetten wat scheef was.
Dat we op vakantie gaan naar Bali, is niet waar het probleem ligt, sterker nog, daar ligt een deel van de oplossing. Zodra het weer kan, zou het fijn zijn als de Australische bevolking zich massaal naar Bali verplaatst (vanaf economisch oogpunt). Althans, ik kan me voorstellen dat dat een positieve werking zou kúnnen hebben. (Als er eerlijke prijzen betaald gaan worden.)
Het is ook erg begrijpelijk dat we op reis gaan naar al die prachtige landen zodat we de (on)betaalbare schoonheid van de wereld in ons op kunnen nemen, ver van huis, in de zon.
De oplossing van het armoedeprobleem in die landen zal ook niet alleen liggen in toeristen die meer betalen voor hun pad-thai, maar met name in onderwijs en kennis.
Nu globalisering niet meer te ontkennen valt, een ontwikkeling die zich razendsnel voortzet, is het negeren van de onevenredige verdelingen in deze wereld, niet meer van deze tijd evenals onhaalbaar.
Ondanks de afstand tussen ons en deze problemen is er altijd iets wat we wél kunnen doen om te helpen. Zo zal ik de komende tijd betalen voor een aantal overnachtingen in hostels waar ik (nu) niet heen kan.
Denken jullie ook eens aan de verhuurder van je vakantiehuisje of de bakker in het met, normaal gesproken, toeristen overgoten dorp dat je ieder jaar een bezoekje brengt? En bedenk je dan ook een manier om sommige van hen te helpen deze tijd te overbruggen? Uiteindelijk helpen we met een eerlijker verdeling van welvaart en eten ook onszelf weer vooruit. Maar daar zal ik later nog een hele blog aan wijden.
Comments
Post a Comment